
Degoedejan – Jan Tua – de oude wijze
Beeldend kunstenaar, reiziger. Op zijn reis door het leven ontmoet hij een groot aantal bijzondere wijze mensen uit verschillende culturen. De opgedane kennis wordt uitgedrukt via zijn kunst.
1938: geboren in Amsterdam en opgegroeid in de Dapperbuurt, om de hoek bij Karel Appel.
Opleidingen
Lagere school en ambachtsschool
1977 -1982: academie/werkplaats in Van Goghmuseum
1991 1993: AKI Kunstacademie Enschede
Levensloop/inspiratie
Als getalenteerde banketbakker wint hij in zijn jonge jaren vele nationale en internationale prijzen.Als logisch vervolg hierop opent hij in 1975 een fabriek voor halffabricaten voor banketbakkers en werkt hij veel in Europa en Amerika.
Naast zijn werk is hij echter altijd bezig met kunst en de wereld rondom kunst en kunstenaars.Hij is ook zeer geïnteresseerd in de psychoanalyticus Jung ( zijn autobiografie Herinneringen, Dromen, Gedachten dienen als leidraad); Freud daarentegen bekoort hem minder.
In 1989 stopt hij met zijn oude ambacht, stort zich hartstochtelijk op het schilderen en bezoekt 3 jaar lang de AKI, kunstacademie te Enschede. Daarbij is de kunstenaar van de Nieuwe Figuratie, Alphons Freymuth, naast vriend vooral zijn mentor en grote stimulator.
Vanaf die tijd werkt hij afwisselend in zijn ateliers in Amsterdam en Spanje en gaat hij reizen, met als doel andere volkeren en culturen te leren kennen, te doorgronden en tot de kern van de kunsten te komen.
Eerst gingen de reizen te voet door de natuur in Europa. Een inspirerend voorbeeld hiervan is het duizenden kilometers lange ‘Kungsleden’ wandelpad, waarvan hij er tweehonderd kilometer in Lapland heeft gelopen. Daar maakt hij kennis met het van oorsprong nomadische volk de Samen, met hun hoogontwikkelde spirituele leefwijze.
Daarna was het reisdoel verder gelegen: hij trekt door zowel Noord-, Midden- als Zuid-Amerika.
Uiteindelijk reist hij met reisleider Koos Knol in 2001 naar West- Papoea naar de Asmat, waar een zeer traditioneel volk leeft als jagers. Het zijn echter de wowipits, de houtsnijders, die met hun beelden tot ver buiten de landsgrenzen bekendheid hebben verworven. Op die plek leert hij leven en overleven zonder ratio, maar met de ‘Spirits’.
Daar krijgt Jan ook een nieuwe naam. De bewoners van het dorp SawaErma in de Asmat gaven hem de naam Jan Tua: oude wijze. In 1992 zijn zelfs twee bevriende Asmat houtsnijders naar Amsterdam gekomen om in zijn atelier te werken.
Zij hebben toen 15 beelden gesneden uit omgewaaide bomen uit het Vondelpark, waaronder het imponerende beeld van Jans vader, dat als titel Spirit van Jan de Goede- vader van JanTua kreeg. Het is uit eerbetoon aan het Asmat volk dat hij daarom steeds vaker die naam gebruikt.
De zoektochten over waar kunst over moet gaan, heeft hem in zijn leven vele contacten opgeleverd. Naast de inheemse volkeren die hij op zijn reizen ontmoette, zijn en waren kunstenaars als Reinier Lucassen, Theo Wolvecamp, Roger Raveel, Jan Roeland, Theo Niermeijer, Hans Kanters, Joseph Semah en de eerder genoemde Alphons Freijmuth voor hem van onschatbare waarde. Door en soms met hen heeft hij begrepen waar zijn kunst over moet gaan.




